RKZ lanceert NAH-loket op website
BEVERWIJK - Op de website van het Rode Kruis Ziekenhuis is het NAH-loket gelanceerd, waarin alle informatie over behandeling van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) centraal staat. Op de website werken alle zorginstellingen uit de regio samen en wordt alles getoond wat mogelijk is op het gebied van NAH. Ook is een pilot gestart om mensen die licht hersenletsel hebben opgelopen langer in de gaten te houden, om eventuele problemen op de langere termijn tijdig te herkennen.
Niet-aangeboren hersenletsel kun je oplopen door bijvoorbeeld een ongeval of een ziekte. Meestal is dit in eerste instantie een relatief onschuldige aandoening. Sommige mensen krijgen na een langere periode alsnog klachten. Die kunnen lichamelijk zijn, bijvoorbeeld duizeligheid, vermoeidheid, verminderde reuk of smaak. Of te maken hebben met gedrag, zoals prikkelbaarheid, somberheid of verminderde sociale vaardigheden. Ook kunnen er problemen zijn met bijvoorbeeld aandacht, concentratie en geheugen.
De zorg voor deze mensen is op zich goed georganiseerd, maar er zijn veel partijen bij betrokken. In het NAH-loket worden deze krachten gebundeld. Het is een samenwerkingsverband tussen patiëntenvereniging Cerebraal, GGD Kennemerland, Heliomare, Huisartsenvereniging Midden-Kennemerland, MEE Noord-West-Holland, Rode Kruis Ziekenhuis, ViVa! Zorggroep en Zorgbalans. Het loket is gevestigd in het Rode Kruis Ziekenhuis.
De website www.rkz.nl/zorgbijnah fungeert als wegwijzer en informeert over de mogelijke klachten en de organisaties die kunnen helpen bij het omgaan met niet-aangeboren hersenletsel.
Daarnaast is een pilot gestart om mensen met licht hersenletsel langer te volgen, omdat klachten soms pas later optreden. Na de eerste opvang in het RKZ wordt altijd na 3 maanden een controleafspraak bij de huisarts geboekt. De controle vindt plaats aan de hand van een signaleringslijst. Hiermee kan de huisarts een goede inventarisatie maken van de klachten en problemen die wellicht nog aanwezig zijn. Zo nodig kan worden doorverwezen. De samenwerkingsafspraken moeten ervoor zorgen dat iemand meteen de gewenste hulp vindt.
Deze afspraken gelden tot juni 2013. Daarna wordt nagegaan of patiënten baat hebben bij deze nazorg.
